De wortel of de stok!
Een wetsontwerp dat gevaarlijk is voor de begeleiding van personen en voor de organisatie van de samenleving in het algemeen.
 
Interview met Muriel Gerkens, voorzitster van de Commissie Volksgezondheid van het federaal parlement
Door Patricia Bosquin-Caroz en Guy Poblome voor het Forum van de Psychoanalytici


- Forum van de Psychoanalytici: Dag Muriel Gerkens. We hebben elkaar al eens ontmoet naar aanleiding van de totstandkoming van de wet van 2014 over de regeling van de beroepen binnen de geestelijke gezondheid. De bedoeling was toen de psychoanalyse buiten de regeling van de psychotherapie te houden, hetgeen we ook hebben bekomen. Het wetsontwerp dat Maggie De Block, de huidige minister van Volksgezondheid, ons nu voorlegt, ontrafelt deze wet en maakt er een nieuwe van die de complexiteit en de finesses van de vorige, en uiteindelijk ook van het ‘psy’-veld zelf vernietigt. Tijd dus om het Forum van de Psychoanalytici, de nieuwsbrief die we in 2014 al lieten verschijnen, opnieuw uit te brengen. We komen nu naar u luisteren, want u zal ook in dit blad verschijnen, als u daarmee akkoord gaat.

- Muriel Gerkens: Ja, ik heb de gewoonte om de volle verantwoordelijkheid te nemen voor wat ik zeg.

- FVP: Op de vergadering van de Commissie Volksgezondheid van 8 juni, heeft u zich uit uw functie als voorzitster van de Commissie teruggetrokken. Dat heeft verbazing gewekt. Kunt u ons daar iets meer over vertellen?

- M.G.: De rol van Commissievoorzitster bestaat erin van de debatten op een relatief neutrale manier gaande te houden. Indien de voorzitster de tijd en het woord wil nemen om zeer uitgesproken meningen uit te drukken, die tot een conflictueuze relatie met de Commissieleden kunnen leiden, dan wordt haar gevraagd om het voorzitterschap aan iemand anders af te staan. En dus heb ik de organisatie van het werk en van de debatten toevertrouwd aan een vice-voorzitster. Ik wou de mogelijkheid hebben om aan de minister en de Commissieleden te zeggen dat ik helemaal niet akkoord ging met de inhoud van het wetsontwerp, noch met de manier waarop het was uitgewerkt. Volgens mij houdt de inhoud ervan werkelijk een gevaar in voor de begeleiding van mensen met een psychisch probleem, voor de gezondheid in het algemeen en meer in het algemeen voor de organisatie van de samenleving. Ik wou alle vrijheid van spreken hebben, kunnen tussenkomen wanneer ik dat wenste, zowel wanneer men mij het woord had gegeven alsook om de minister te kunnen onderbreken met reacties, en om de amendementen te verdedigen. Dat liet me toe mijn standpunten te verdedigen maar ook mijn rol als Commissievoorzitster te eerbiedigen.

- FVP: U spreekt over een gevaarlijke inhoud. Kunt u daar iets meer over zeggen?

- M.G.: De enige bezorgdheid van dit wetsontwerp is de overweging dat er naast de geneesheren, klinisch psychologen en orthopedagogen, niets ook nog maar enig belang heeft.
Elke verwijzing naar de vier in België én internationaal erkende stromingen van de psychotherapie is verdwenen. De enige en voortdurende verwijzing is die naar een Evidence-Based Medical Care, die niet gedefinieerd wordt en die neerkomt op een methode, een zorgtraject, dat voor iedereen hetzelfde is. Iemand heeft een probleem dat als pathologie X wordt geïdentificeerd, en van dit tijdsstip A moet men naar een tijdsstip B geraken waarop die persoon genezen zal zijn.

Deze wet zou charlatanisme, inadequate methoden, gebrek aan vorming, risico op manipulatie van mensen moeten voorkomen. Dat zou de bedoeling zijn. Wel dan zou de voornaamste bezorgdheid toch de specifieke psychotherapeutische vorming moeten zijn, die het werkinstrument is van de psychotherapeuten, met inbegrip van het onontbeerlijke en persoonlijke werk. Het wetsontwerp zet totaal geen bakens uit om dat objectief te kunnen bereiken.

- FVP: Heeft men werkelijk grote problemen gehad met charlatans in het psy-milieu? Jaagt men de mensen niet gewoon schrik aan?

- M.G.: Het is inderdaad een geducht wapen, want waar er problemen waren, situeerden die zich buiten de bestaande structuren en zelfs buiten het psy-veld. Maar dit werd zeer sterk gemediatiseerd en het sloeg aan in de publieke opinie. Het is natuurlijk oneerlijk om dit als beleid te verkopen. Dat gebeurt trouwens in het algemeen ook op heel veel andere niveaus. Er zijn onderwerpen waarrond ik op dit ogenblik zelfs niet meer durf tussen te komen.

- FVP: U haalde de Evidence-Based Medical Care aan. Wordt deze vorm van behandeling gedefinieerd?

- M.G.: Er staat een kleine verwijzing in het wetsontwerp naar psychotherapie “gebaseerd op evidentie” en vervolgens wordt er vermeld dat de Koning dit preciezer zal definiëren. Wanneer er in de wet geen referentiekaders geciteerd worden, dan weet men niet waar het naar toe zal gaan. De minister was in haar antwoorden zeer duidelijk: “referentiekaders, dat is ouderwets”, het woord is misschien van mij. Zij heeft gezegd: “Het is voorbijgestreefd”. Een goeie psychotherapeutische interventie bestaat erin beroep te doen op verschillende technieken en te putten uit wat her en der efficiënt is.

- FVP: Welke zijn de verschillende technieken?

- M.G.: Ik heb aan de minister gevraagd om dit te preciseren, om mij voorbeelden te geven. Ik heb deze vraag herhaaldelijk opnieuw moeten stellen en ik heb geen antwoord gekregen. Ze heeft dan uiteindelijk het voorbeeld van de anorexie gegeven. De enige techniek waarover ze spreekt, is het interveniëren op het niveau van het gedrag, en dus heb ik haar gezegd: “Wanneer u zegt dat men moet interveniëren op het gedrag, dan gaat het wel degelijk om een interventie binnen een bepaald referentiekader, alleen wilt u dat niet benoemen.”

- FVP: Efficiëntie is de kernidee.

- M.G.: Net daarom zeg ik dat dit project een gevaar inhoudt, niet alleen voor de mensen, maar ook op het vlak van de mensvisie. Men meent storende symptomen op een efficiënte manier te moeten uitroeien in naam van de participatie en de emancipatie. Maar het gaat om een heel proces van normalisatie van mensen, en daar ligt, volgens mij, echt een gevaar. Het is een behoorlijk zwaarwegende tendens die zich veralgemeent.

- FVP: Het onderliggend idee is dat er een norm zou zijn voor het psychisme?

- M.G.: Ja, ik denk dat dat het is, naast het idee dat de wetenschap nu bewijzen zou kunnen leveren over hoe mensen te verzorgen en terug tot de norm te brengen. Die twee zaken gaan samen. Geloven dat er een soort wetenschap zou bestaan die, zonder fout, een oplossing zou kunnen bieden voor iedereen die afwijkt van het zogenaamd normale individu, veronderstelt een model van normaliteit waaraan men moet beantwoorden. Dit geloof is toch behoorlijk verontrustend. Des te meer daar deze normalisatie tot stand komt in de naam van de zelfredzaamheid van een patiënt, dit wil zeggen zijn vermogen om manager van zichzelf te worden en zelf te kunnen instaan voor zijn behandeling.

Dit heeft gevolgen. In de geneeskunde is het al zo dat, als de patiënt het zorgtraject niet op de letter volgt, hij uitgesloten wordt en geen toegang meer heeft tot terugbetaling. De geneesheren hebben hier zelf op gereageerd door de impasse van dergelijke zorgtrajecten aan te tonen. Deze zijn immers vooral theoretisch opgevat en worden aan iedereen opgelegd. Zelfs op het vlak van gezondheid, is het dus noodzakelijk om de persoonlijkheid van de patiënt als variabele te integreren, evengoed als zijn sociale en economische realiteit.

- FVP: Het is de idee dat er een ideale zieke zou bestaan, die zich laat verzorgen en die past in de mal die het zorgtraject op voorhand heeft vastgelegd.

- M.G.: Het is de kruising van de idee van de ideale zieke met een totaal, bijna totalitair geloof in de zogenaamd wetenschappelijke methoden. Het is geloven dat het menselijk wezen in staat is om technieken en wetenschappelijke analyses uit te werken, die onweerlegbaar zijn en absolute waarheden vormen.

- FVP: Totalitair?

- M.G.: Ik gebruik het woord totalitair wanneer men in een dergelijke logica terechtkomt. Er zit coherentie in de poging van de minister om de organisatie van de gezondheidszorg te hervormen, altijd en overal moet het evidence-based zijn. Het staat in haar algemene politieke nota. Volgens dat evangelie functioneert ze en dat berust op een fundamenteel andere visie dan deze die ik verdedig. Jammer genoeg scoort ze daar momenteel mee bij een deel van het medisch corps, een deel van de maatschappelijk werkers en politici, alsook op het niveau van bepaalde filosofisch-politieke stromingen die geloven dat mensen genormaliseerd kunnen worden.

- FVP: Er bestaan dus lobby’s?

- M.G.: Ja, heel zeker! Er zijn natuurlijk de farmaceutische lobby’s, maar er zijn ook de intellectuele lobby’s, meer bepaald die professoren en geneesheren die niet willen aannemen dat er ook andere referentiekaders kunnen zijn dan dat van hen om praktijken te ontwikkelen. En dan is er het monopolie van de Evidence-Based waar Maggie De Block en haar entourage naar verwijzen. Ze komen af met hun zekerheden. Wanneer anderen aan het woord zijn, dan fluistert de kabinetsmedewerker die naast Maggie De Block zit, met een totaal misprijzen voor wat er gezegd wordt, voortdurend antwoorden in, holle praat, enkel de herhaling: “Zo moeten we het aanpakken.”

- FVP: U zegt dat er in de geneeskunde patiënten zijn die buiten de Evidence-Based geformatteerde zorgprotocollen vallen. Dat zal onvermijdelijk ook gebeuren in het veld van de geestelijke gezondheidszorg en de psychotherapie. U voegt eraan toe dat professionelen afstand kunnen nemen van die zorgtrajecten om degenen die niet aan die trajecten beantwoorden op te vangen. Hoe ziet u dat op het vlak van de geestelijke gezondheid? Zal er daar een zekere verdraagzaamheid zijn? 

- M.G.: De minister is ervan overtuigd dat dit niet zal gebeuren. Hun argumentaties zijn onfeilbaar!

- FVP: Je moet dus al genezen zijn om je tot een psychotherapeut te kunnen richten. Je moet de voorbeeldige zieke zijn, terwijl men zich in het veld van de geestelijke gezondheidszorg enkel bezighoudt met ‘slechte’ zieken!

- M.G.: Absoluut, zo is het! In heel het beleid van deze regering geldt de logica van de uitsluiting, van de verdienste en de uitsluiting. En het wapen dat men zal gebruiken, is dat van de toegang tot terugbetaling van de zorg. Ik ben ervan overtuigd dat Maggie de Block, zodra de wet gestemd is, heel hevig campagne zal voeren om in de verf te zetten: “Ik ben de eerste die op grootschalige en systematische wijze de terugbetaling binnen de geestelijke gezondheidszorg heeft georganiseerd. Ga dus maar naar een psycholoog en volg psychotherapie, het zal terugbetaald worden!” En meteen zal ook het fameuze zorgtraject gedefinieerd worden. Werknemers met een burn-out bijvoorbeeld zullen drie sessies ondersteunende therapie terugbetaald krijgen, en wanneer dit niet voldoende is, dan zullen ze misschien recht hebben op vier of vijf bijkomende sessies bij een meer gespecialiseerd therapeut. Wie echter ziek blijft en zijn werk niet hervat, zal uitgesloten worden!

Wat mij nog het meest verontrust, is dat dit door een groot deel van de bevolking zeer gunstig zal worden onthaald. Men creëert een klimaat dat het solidariteitsgevoel aantast. Wie niet terug aan het werk gaat en een tegemoetkoming krijgt omwille van invaliditeit of werkonbekwaamheid, kost geld aan de samenleving, dus aan de werknemers, aan wie nooit ziek is en veel minder belastingen zou kunnen betalen als er niet al die zieken waren. En meteen hebben ze geen zin meer om nog solidair te zijn.

- FVP: Het is de logica van de wortel en de stok.

- M.G.: Maar het is dan wel een zeer grote stok en een kleine wortel! En de wortel zit bovendien vol pesticiden! En de stok is in de azijn gedrenkt… Dit is allemaal zeer verontrustend.

- FVP: We zijn het eens! Dat is waar het om draait!




Volg ons op

#